Willibrordusorgel slider 1920 400
Speeltafel Willibrordusorgel
Compliatie koperen pijpen Willibrordusorgel
Pijpwerk Willibrordusorgel
Willibrordusorgel slider 1920 400
Speeltafel Willibrordusorgel
Compliatie koperen pijpen Willibrordusorgel
Pijpwerk Willibrordusorgel

Tjeerd van der Ploeg

Aanvang:
Einde:

Serie:

maandag 12 juni 2023, 20:15 u.
maandag 12 juni 2023, 21:30 u.

50ste serie concerten - 2023

Programma

Eugène Gigout (1844-1925)Fantaisie (Uit “Suite de Six Pièces”, 1872)
Charles-Marie Widor (1844-1937)Trois Nouvelles Pièces op. 87 (1934)
I.  Classique d’hier
II. Mystique
III. Classique d’aujourd‘hui
Jean Langlais (1907-1991)Première Symphonie pour Orgue (1941/1942)
Allegro –  Églogue – Choral – Final

Organist

Tjeerd van der Ploeg (1958) studeerde orgel bij Piet Post, Jan Jongepier en Jacques van Oortmerssen. In 1985 behaalde hij het einddiploma solospel aan het Sweelinck Conservatorium te Amsterdam. Reeds eerder behaalde hij diploma’s koordicektie, kerkmuziek en een aantekening voor improvisatie.

Meer informatie over Tjeerd van de Ploeg is te vinden op zijn website.

Toelichting op het programma

Van Eugène Gigout heeft slechts een klein aantal orgelstukken een zekere populariteit verworven, waaronder het Scherzo en de Toccata. Toch is er veel meer werk van hem dat bekendheid verdient. De vanavond gespeelde Fantaisie maakt deel uit van de Suite de Six Pièces pour Orgue.  Het is de eerste orgelmuziek van Gigout  en werd uitgegeven in 1872 bij de Parijse uitgever Costallat. 

Fantaisie werd opgedragen aan Camille Saint-Saëns, één van de leermeesters van Gigout aan de École Niedermeyer.  Gigout hanteert dezelfde heldere componeerstijl als Saint-Saëns.  Deze is te omschrijven als klassiek en in zekere zin zelfs anti-romantisch.  

De Amerikaanse organist Albert Riemenschneider, zelf eens leerling van Charles-Marie Widor en Alexandre Guilmant, haalde Widor over om opnieuw voor orgel te schrijven, dit tot grote vreugde van Marcel Dupré. In deze Trois Nouvelles Pièces  op. 87 is niets te merken van de stilistische ontwikkelingen van de jaren twintig en dertig. De negentig-jarige Widor bleef trouw aan zijn eigen stijl. Toen Darius Milhaud en Arthur Honegger Fuga studeerden in de compositieklas van Widor, slaakte Widor bij iedere dissonant een kreet van schrik: “Het ergste is dat men eraan gewend raakt”, was zijn reactie. De afzonderlijke delen werden opgedragen aan drie van zijn Amerikaanse leerlingen: de reeds genoemde Albert Riemenschneider, vervolgens Charlotte Lockwood (Fontainebleau) en Frederick C. Mayer (organist of the West Point Cadet Chapelbleau). Deze Trois Nouvelles Pièces vormen het laatste werk dat Widor schreef. Opmerkelijk is dat in geen van de drie delen tongwerken worden voorgeschreven. Er waren meer componisten die het gebruik van tongwerken aan banden legden. Zo schreef Charles Tournemire, oud-leerling van Widor, als commentaar bij zijn Fantaisie symphonique op.  64 (ook 1934!) : “Recherche de sonorités. Emploi nouveau des anches. Protestation contre l’abus qu’on en fait”. In Oostenrijk was het Franz Schmidt (1874-1939) die zich ronduit  vijandig opstelde tegen het gebruik van tongwerken in zijn orgelwerken. Ze mogen pas getrokken worden wanneer ze staan voorgeschreven. 

De Première Symphonie pour Orgue componeerde Jean Langlais in vier maanden tijd van eind 1941 tot begin 1942. Het schrijven van orgelsymfonieën was vrijwel voorbij. Samen met de Symphonies pour Orgue van André Fleury en die van Michel Boulnois die ook in de jaren 40 ontstonden behoort het werk van Langlais tot de laatste scheppingen in dit genre. De  subtitel, “De Guerre”, maakt duidelijk dat de oorlog de componist heeft beïnvloed.  Maar ook de teleurstelling niet onmiddellijk opvolger te zijn geworden van Charles Tournemire als organist van de Parijse Ste. Clotilde, verklaart de felle dissonantkleuring die in dit werk de boventoon voert. In 1945 werd Langlais alsnog organist van deze kerk.

Het eerste deel, Allegro,  is een briljant stuk, geschreven in een sonatevorm waarin twee contrasterende thema’s worden uitgewerkt. Deel twee, Églogue, is zoal de betekenis van dit woord impliceert, een herdersspel.

In het derde deel, Choral, wordt van de uitvoerende het uiterste aan concentratie gevraagd. Na een inleiding met een zwaarwichtige registratie volgt een passage waarbij beide handen op twee klavieren tegelijk spelen, uniek in de orgelliteratuur!

Final werd geschreven in rondovorm. Het is een spectaculair werk waarin Langlais al vroeg in zijn carrière toonde meester te zijn in zijn métier.

Langlais zelf over dit werk: “Ik heb het geschreven in een gecompliceerde taal want ik bevond mij toen in een gecompliceerde, getormenteerde wereld”. De Première Symphonie van Langlais is het meest gecompliceerde werk van deze blinde organist. Het werd opgedragen aan diens collega en vriend, de eveneens blinde Gaston Litaize.

Gegevens concert

Aanvang: maandag 12 juni 2023, 20:15 uur
Locatie: Kathedrale Basiliek St. Bavo, Haarlem, Leidsevaart 146, 2014 HE Haarlem. Ingang aan het Bisschop Bottemanneplein
Toegang: gratis, vrijwillige bijdrage. Kosten € 10-15,– per persoon. Donaties: zie donateurspagina

Sponsoren 2023

Sponsoren 2023
image_pdfimage_print