Willibrordusorgel slider 1920 400
Speeltafel Willibrordusorgel
Compliatie koperen pijpen Willibrordusorgel
Pijpwerk Willibrordusorgel
Bavokoor met Ton van Eck
Willibrordusorgel slider 1920 400
Speeltafel Willibrordusorgel
Compliatie koperen pijpen Willibrordusorgel
Pijpwerk Willibrordusorgel
Bavokoor met Ton van Eck

Peter Ledaine

Aanvang:
Einde:

Serie:

maandag 14 augustus 2023, 20:15 u.
maandag 14 augustus 2023, 21:30 u.

50ste serie concerten - Internationale orgelzomer 2023

Programma

Johann Sebastian Bach (1685-1750)Prelude en fuga in b klein BWV 544
Johann Sebastian Bach (1685-1750)Allein Gott in der Höh’ sei Ehr  BWV 662
Felix Mendelssohn Bartholdi  (1809-1847)Sonate 6: Koraal met 4 variaties – Fuga – Finale)
Jaak Nikolaas Lemmens (1823-1881)Prélude a 5 parties
César Franck (1822-1890)Choral 3 in a
Chris Dubois (1934 )Blijf mij nabij
Flor Peeters (1903-1986)Toccata, Fugue en Hymne op Ave Maris Stella opus 28

Organist

Peter Ledaine trok na zijn studies aan het Stedelijk Conservatorium in Brugge naar het Lemmensinstituut in Leuven, waar hij behalve de diploma’s laureaat orgel, laureaat muziekpedagogie en laureaat koorleiding, het “Hoger Diploma Orgel” behaalde o.l.v. Chris Dubois. Daarna vervolmaakte hij zich bij Hans Van Nieuwkoop aan het Sweelinckconservatorium in Amsterdam.

Hij is directeur van de Stedelijke Academie voor Muziek en Woord van Blankenberge. Als organist is hij verbonden aan de hoofdkerk St.-Petrus en Paulus en aan de Kapucijnenkerk van Oostende. Hij bespeelt er in de Sint-Petrus-en-Pauluskerk het monumentale Schijven-Flentrop-orgel en het Thomas-orgel in Silbermannstijl; in de Kapucijnenkerk het Loncke-barokorgel, gebouwd in Vlaams18e-eeuwse stijl. Ook de artistieke leiding van de concerten in de Sint-Petrus en Pauluskerk van Oostende neemt hij op zich.

Hij concerteert regelmatig in binnen- en buitenland en realiseerde diverse cd-opnames. Sinds 1993 is Peter Ledaine dirigent van het Orlandusensemble.

Toelichting

Bach speelde vermoedelijk zijn Preludium en fuga in b voor het eerst in 1717 tijdens een treurdienst. In de prelude lijkt de wanhoop voelbaar. Met een melancholische jammerklacht valt Bach met de deur in huis. Dan volgen grote sprongen in het pedaal, koppig en telkens herhaald, alsof je jezelf steeds weer moet vertellen wat er is gebeurd. Het hele stuk lijkt bol te staan van heftige emotie. De fuga is, logisch, rationeler. Maar zeker niet minder ingenieus. Bach onderzoekt alle mogelijkheden van het relatief makkelijk zingbare thema. Op weg naar het slot, wanneer het pedaal na een lange tijd weer inzet, voegt hij daar een tweede element aan toe, weer met relatief  grote sprongen, om zo toe te werken naar een hoopvol slot. (Bron: All of Bach)

Zelden gaf Bach zijn koraalbewerkingen een tempoaanduiding mee, maar boven deze versie van Allein Gott in der Höh sei Ehr zette hij ‘adagio’. Kennelijk wilde hij geen enkel misverstand laten bestaan over de sfeer die hij voor deze compositie in gedachten had. Hij had voor deze lovende tekst ook feestelijk kunnen uitpakken, zeker gezien zijn keuze voor twee klavieren en pedaal. Maar wat hier klinkt is balsem voor de ziel. Het is niet vergezocht die vloeiende, kalme lijnen in verband te brengen met een significante zinsnede in het eerste couplet van de tekst: ‘…darum dass nun und nimmermehr uns rühren kan kein Schade’ (…zodat ons nooit meer enig kwaad kan overkomen). De troost die uitgaat van die geruststellende woorden past perfect bij de toon van dit gedragen, expressieve stuk. De koraalmelodie klinkt goed hoorbaar maar rijk versierd in de bovenstem. De twee onderstemmen fungeren louter als begeleiding, en kwijten zich met grote toewijding en eensgezindheid van hun taak. Niets verstoort de goddelijke belofte. (Bron: All of Bach)

De Orgelsonate nr. 6 in D klein (1845) demonstreert Mendelssohns uitmuntende vakmanschap in een reeks variaties op het koraal Vater unser im Himmelreich. Na een vijfstemmige harmonisatie van het koraal volgen vier variaties. De sonate eindigt met een prachtige fuga en de finale in D groot, waarvan de stille religiositeit de voltooiing symboliseert van een reis van streng lutheranisme naar een Engels sentiment.

Jaak Nikolaas Lemmens kreeg de eerste lessen als klein jongetje van zijn vader Jean-Baptiste Lemmens, zelf een organist en leraar in Zoerle-Parwijs en studeerde later aan het Conservatorium van Brussel. In 1846 ging hij naar Breslau, toen in Duitsland gelegen, om bij de befaamde organist Adolf Hesse de klassieke Duitse orgeltraditie van Johann Sebastian Bach te bestuderen. Op 31 maart 1849 werd de 26-jarige Lemmens tot professor voor orgel aan het Koninklijke Muziek-Conservatorium te Brussel benoemd. Deze functie bekleedde hij gedurende twintig jaar. Zijn orgelklas in het Brusselse Conservatorium lokte ook talrijke studenten uit het buitenland. Onder de leerlingen van Lemmens werden de Fransen Charles-Marie Widor (18441937) en Alexandre Guilmant (18371911) het beroemdst. In 1850 maakte hij een concertreis naar Parijs. Zijn optredens in La Madeleine, de Saint-Vincent-de-Paul en de Saint-Eustache brachten hem veel succes. Ook leerde hij de orgelbouwer Aristide Cavaillé-Coll kennen. Lemmens kreeg een internationale faam als orgelvirtuoos, in het bijzonder als Bachvertolker. Op 3 januari 1857 huwde hij de Engelse sopraan Helen Sherrington (1834-1906), die sinds 1852 aan het Brussels conservatorium studeerde. In 1878 stichtte hij in Mechelen een kerkmuziekschool, de École de musique religieuse, het Lemmensinstituut. Lemmens overleed op 30 januari 1881 op zijn landgoed Linterpoort te Zemst. Zijn Préude is een meditatief werk, opgevat als één doorlopende klankenstroom.

De Trois Chorals behoren tot Francks laatste werken en werden gecomponeerd in 1890, het jaar van zijn dood. Samen met de Symfonie, de Symfonische Variaties en de Vioolsonate behoren ze tot de meesterwerken van zijn late creatieve periode en worden ze beschouwd als het hoogtepunt van zijn werken. In dit geval moet “koraal” niet worden opgevat als een citaat van bijvoorbeeld een gregoriaanse melodie of een protestantse hymne. Koraal” staat hier eerder voor muziek die doet denken aan kerkmuziek door de aangehouden toon, de gezongen melodie en de regelmatige, periodiek opgebouwde vorm. De toccata-achtige zestiende-noot figuren waarmee het 3e koraal begint worden vaak vergeleken met Bachs Prelude in A klein BWV 543

Flor Peeters werd geboren op 4 juli 1903 te Tielen, bij Turnhout, en overleed op 4 juli 1986 te Antwerpen. Hij studeerde aan het Lemmensinstituut te Mechelen en behaalde de hoogste onderscheiding, de Prijs Lemmens-Tinel, in 1923. In 1925, werd Flor Peeters hoofdorganist aan de kathedraal en hoofdleraar orgel aan het Lemmensinstituut te Mechelen. In 1931 werd hij orgelleraar aan het Kon. Conservatorium te Gent en in 1935 leraar orgel en improvisatie aan de Rooms – Katholieke Leergangen te Tilburg. Aan het Lemmensinstituut gaf hij les van 1923 tot 1952; aan het conservatorium te Gent van 1935 tot 1948. In 1948 werd hij orgelleraar aan het Kon. Vlaams Conservatorium te Antwerpen; van 1952 tot 1968 was hij tevens directeur van deze instelling.

Flor Peeters was een genereus componist; uit eigen impuls of in opdracht, dat deed er niet toe, componeren was voor hem een noodzaak. Zijn compositorische arbeid heeft zijn orgelspel beïnvloed en het concertleven zijn compositorische arbeid.

Esthetisch evolueerde zijn muziek van een laat-Franckiaanse virtuositeit, via vitalistische neoklassiek, naar een bezonken, introvert eigen klankidioom, om in 1978 te komen tot een synthese van sobere vitaliteit, ritmisch zeer bewogen, contrasterend en met een intense lyriek.

Chris Dubois werd geboren te Oudenaarde en studeerde aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium te Antwerpen. Hij behaalde er talrijke eerste prijzen. Zijn voornaamste leermeester was Flor Peeters. Chris Dubois is eredocent orgel aan het Lemmensinstituut te Leuven en aan het Stedelijk Muziekconservatorium te Brugge. Hij ontplooide een drukke concertactiviteit in binnen- en buitenland, vooral in de Verenigde Staten, Canada, Italië en Duitsland. Zijn composities omvatten werken voor orgel, piano, cello, beiaard en koor. Zijn orgelwerken zijn eerder traditioneel met een heel duidelijk knipoog naar de werken van J.S. Bach, wat de vorm betreft, en naar de werken van Flor Peeters wat de taal betreft.

Gegevens concert

Aanvang: maandag 14 augustus 2023, 20:15 uur
Locatie: Kathedrale Basiliek St. Bavo, Haarlem, Leidsevaart 146, 2014 HE Haarlem. Ingang aan het Bisschop Bottemanneplein
Toegang: gratis, vrijwillige bijdrage. Kosten € 10-15,– per persoon. Donaties: zie donateurspagina

Sponsoren 2023

Sponsoren 2023

image_pdfimage_print