Willibrordusorgel slider 1920 400
Speeltafel Willibrordusorgel
Compliatie koperen pijpen Willibrordusorgel
Pijpwerk Willibrordusorgel
Bavokoor met Ton van Eck
Willibrordusorgel slider 1920 400
Speeltafel Willibrordusorgel
Compliatie koperen pijpen Willibrordusorgel
Pijpwerk Willibrordusorgel
Bavokoor met Ton van Eck

Susanna Veerman

Aanvang:
Einde:

Serie:

maandag 31 juli 2023, 20:15 u.
maandag 31 juli 2023, 21:30 u.

50ste serie concerten - Internationale orgelzomer 2023

Programma

Herman Strategier (1912-1988)Ritornello capriccioso 
Louis Vierne (1870-1937)Méditation (Improvisation)
Joseph Bonnet (1884-1944)Uit Pièces Nouvelles
Elfes
Max Reger (1873-1916)Uit “Neun Stücke”, Op. 129
Melodia
Marco Enrico Bossi (1861-1925)Scherzo in g-minor, Op. 49 nr. 2
Angela Kraft-Cross (1958*)La Pietà (2021)
Sergej Rachmaninoff (1873-1943)Prelude in cis-moll, Op. 3 nr. 2
Bew. L. Vierne
Jāzeps Vītols (1863-1948)Pastorale (1914)
Marius Monnikendam (1896-1977)Toccata I (1936) 
Léon Boëllmann (1862-1897)Ronde Française, Op. 37
César Franck (1822-1890)Troisième choral en la-mineur 

Organist

Susanna Veerman (1975*) studeerde  in Moskou aan het Tsjaikovski Conservatorium, waar zij in 1997 haar koordirectiediploma behaalde. Diploma Uitvoerend Musicus koordirectie behaalde zij in 2001 aan het Sweelinck Conservatorium te Amsterdam. In 2005 behaalde zij het diploma Uitvoerend Musicus Orgel (Master) aan het Rotterdams Conservatorium bij Ben van Oosten. Tevens behaalde zij in 2002 diploma kerkmuziek eerste graad als cantor en organist. Tussen 2005-2007 ontving zij een beurs voor orgelstudie bij Louis Robilliard in Lyon (Frankrijk). In 2007 ontving zij de zilveren medaille en in 2013 de vergulde medaille van de Société Académique “Arts-Sciences-Lettres” (Parijs) voor haar verdiensten voor de Franse koor- en orgelmuziek. Zij is per 2013 tevens gedelegeerde van de ASL in Nederland en draagt kunstenaars voor een medaille voor. In 2005 (Haarlem), 2008 (Parijs) en 2010 (Orléans) en 2012 (Amsterdam), bracht zij respectievelijk vier orgel-cd’s uit. Zij vormt met haar echtgenoot Wim Does sinds 2005 een vaste quatre-mains duo op orgel. In 2016 bracht zij met pianiste Mirsa Adami en Wim Does de cd “Key Connections” uit met orgelwerken voor orgel & piano duo in Philharmonie Haarlem. Heden dirigeert zij drie mannenkoren. Tevens is zij zeer actief als begeleidster bij koren op concerten zowel op orgel/continuo als piano en coacht zij koorzangers. Sinds 2008 leidt zij met Wim Does eigen muziekpraktijk W& S Music in Amsterdam en Apeldoorn. Zij is van 1999 tot heden hoofdorganiste geweest van de Emmaüsparochie Amsterdam waar ze twee historische orgels bespeelde, nl. het Hilgers (1774) orgel in “De Boomkerk” en het Cavaillé-Coll (1881) orgel in de St. Augustinuskerk. Tevens organiseerde zij daar Internationale concerten.

Per november 2021 is Susanna aangesteld als hoofdorganiste van de St. Jacobus de Meerdere kerk (beter bekend als Parkstraatkerk) te Den Haag. Susanna geeft jaarlijks concerten in Nederland en in het buitenland, o.a. in Canada, USA, Rusland, Wit-Rusland, Frankrijk, Duitsland, Spanje, Italië etc. In Frankrijk speelde zijn o.a. in de kathedralen van Orléans, Bordeaux en  Le Mans. In 2017 speelde zij een concert in de beroemde Notre-Dame Kathedraal te Parijs.

Voor meer informatie en bestelling van de cd’s kunt u kijken op haar website.

Toelichting op het programma

Herman Strategier (1912-1988) – Ritornello Capriccioso 

Hendrik Andriessen schreef grote orgelwerken in de grote Franse romantische traditie. Hij gaf er zijn eigen draai aan door ook aandacht te schenken aan de kleine vorm. Strategier ging voort op die weg, met onder andere de Dertig korte Inventies. Getuige de beknoptheid van ‘grote’ werken als het Ritornello Capriccioso en de Chaconne gaf hij niet om het grote romantische gebaar. In zijn muziek vindt een kruisbestuiving plaats tussen de roomse klanken van Cesar Franck en de Lutherse geluiden uit de Duits georiënteerde Orgelreform. Het meest indrukwekkend komt die synthese tot klinken in de Ritornello Capriccioso.

Louis Vierne (1870-1937) – Méditation (Improvisation)

Deze Méditation komt uit “Trois Improvisations” (1930) (reconstructie naar Maurice Duruflé door David Sanger). Vierne werd van 1881 tot 1890 opgeleid aan het “Institut National des Jeunes Aveugles” (het nationale blindeninstituut). Daarna studeerde hij aan het Conservatoire de Paris waar hij korte tijd les had van César Franck. Na diens overlijden studeerde hij verder bij Charles-Marie Widor. In 1900 werd hij uit vijf kandidaten unaniem gekozen tot organist-titularis aan de Notre-Dame van Parijs, alwaar hij 37 jaar lang, tot zijn dood, het magistrale vijfklaviers Cavaillé-Coll orgel bespeelde. Vierne werd vermaard om zijn improvisaties. In 1928 maakte ‘Odeon’ in de Notre-Dame een opname van de drie improvisaties. Vierne’s leerling Maurice Duruflé, zelf schepper van een klein en fijnzinnig orgeloeuvre, maakte een nauwgezette reconstructie, die in 1954 het licht zag.

J. Bonnet (1884-1944) – Uit Pièces Nouvelles , Op. 7 -Elfes

Joseph Bonnet kreeg zijn eerste muzieklessen van zijn vader, die organist was van de St. Eulalie. Op 14-jarige leeftijd werd hij tot organist benoemd aan de St. Nicholas en kort daarna ook de St. Michael. Bonnet kreeg aan het Conservatorium van Parijs les van Guilmant en Vierne. Na zijn studie volgde in 1906 zijn benoeming als organist-titularis aan de Église Saint-Eustache. In 1911 volgde Bonnet zijn vroegere leraar Guilmant op aan het Conservatorium van Parijs. Bonnet verhuisde in 1917 naar de Verenigde Staten, waar hij rondtoerde en tot 1919 ongeveer 100 concerten gaf. In 1921 richtte hij de orgelafdeling op van de Eastman School of Music in Rochester (New York). Daarop keerde hij terug naar Frankrijk. In 1940 vluchtte hij naar de Verenigde Staten, waar hij veel orgelmuziek componeerde. Tijdens een korte trip naar Canada in 1944 overleed hij. Elfes zijn in 1910 gecomponeerd. De virtuoze muziek beeld letterlijk de vlucht van de bovennatuurlijke elfjes uit.

M. Reger (1873-1916) – Uit “Neun Stücke”, Op. 129 -Melodia

De bekoorlijke Melodia laat Reger als miniatuurcomponist horen. Het kent een eenvoudige opzet: de rechterhand heeft een melodieuze stem, linkerhand en pedaal begeleiden. De vele chromatische en harmonische wendingen geven dit werk een meditatieve sfeer waarin steeds nieuwe kleuren waarneembaar zijn.

Mario Enrico Bossi (1861-1925) – Scherzo in g-minor, Op. 49 nr. 2 

Bossi was kapelmeester van de Kathedraal van Como van 1881 tot 1889. Bossi schreef meer dan 150 werken voor verschillende genres, nl. voor orkest, vijf opera’s, oratoria, koor- en kamermuziek, maar ook stukken voor piano en orgel. Zijn compositie catalogus is nog grotendeels onbekend, met uitzondering van zijn orgelwerken.

Angela Kraft-Cross (1958*) – La Pietà (2021) 

Toelichting door de componiste zelf: (USA): Dit werk is geïnspireerd op het gelijknamige beeldhouwwerk van Michelangelo. Moeder Maria, die haar levenloze volwassen zoon Jezus wiegt, is een gedachtenis van het aangrijpende verdriet welke op  Goede Vrijdag word herdacht. Gezien wat de dood van Christus voor ons betekent en de onmenselijkheid van de mensheid voor de mensheid, is dit een gebed dat ons aanspoort om te werken aan een liefdevollere wereld.

Sergej Rachmaninoff (1873-1943) – Prelude in cis-moll, Op. 3 nr. 2  (Bew. L. Vierne)

Prelude in cis mineur Op. 3, nr. 2, is een van de beroemdste composities van de componist. Het maakt deel uit van een set van vijf pianostukken met de titel Morceaux de fantaisie. Het staat ook bekend als The Bells of Moscow, omdat de introductie de meest plechtige beiaardklokken van het Kremlin reproduceren. Dit werk was één van de eerste composities die de 19-jarige Rachmaninoff componeerde nadat hij op 29 mei 1892 afstudeerde aan het Conservatorium van Moskou. De eerste uitvoering was door de componist zelf op 26 september 1892 op een festival genaamd de Moscow Electrical Exhibition. Het werk is opgedragen aan Anton Arensky, zijn harmonieleraar aan het conservatorium.

Jāzeps Vītols (1863-1948) – Pastorale (1914)

De Letse componist Vītols ging in 1880 compositieleer studeren bij Nikolaj Rimski-Korsakov aan het Conservatorium van Sint-Petersburg. Toen hij in 1886 was afgestudeerd, bleef hij aan het conservatorium verbonden als docent compositieleer. Onder zijn leerlingen waren Nikolaj MjaskovskiSergej Prokofiev en Vladimir Sjtsjerbatsjov. Vītols was nauw bevriend met zijn collega’s Aleksandr Glazoenov en Anatoli Ljadov. Jāzeps Vītols, die rond 850 composities op zijn naam heeft staan was voor zijn tijd, de 20e eeuw, tamelijk conservatieve componist. Hij was beïnvloed door de muziek van Het Machtige Hoopje, en vooral door Rimski-Korsakov. Zoals bijna alle Baltische componisten onderging hij echter ook de invloed van de volksmuziek van zijn land. Al in de tijd dat hij in Sint-Petersburg woonde, bestudeerde hij de Letse folklore. Ondanks de grote aantallen composities zijn er maar twee composities geschreven voor orgel solo, nl. Pastorale (1914) die vandaag wordt uitgevoerd en Fugue (1937).  

M. Monnikendam (1896-1977)- Toccata I (1936)  

Het orgel neemt in het oeuvre van Monnikendam een belangrijke plaats in. Zijn eerste orgelwerk, Toccata I (1936) is opgedragen aan Charles Tournemire, het werk trok de aandacht door de strakke voortgang van de motieven, een schrijfwijze die neobarok genoemd zou kunnen worden. Het werk is tot in de 21e eeuw een vaak gespeeld werk tijdens orgelbespelingen.

Léon Boëllmann (1862-1897) – Ronde Française, Op. 37 

Van oorsprong een zeer virtuoos, luchtig, vrolijk en dansend pianostuk op een Frans volksthema, welke is bewerkt voor orgel door Gaston Choisnel (1857-1921), neef van de Franse uitgever Durand. Het werk is gecomponeerd en uitgebracht in 1896.  Ronde Française begint met een thema in 6/8 maat uit de verte in een laag register en wordt aansluitend een paar keer gevarieerd. Dit alles loopt uit op een climax en tutti, waarna het thema weer in oorspronkelijke staat terugkeert en weer in de verte verdwijnt.  

César Franck (1822-1890) – Troisième choral en la-mineur

Troisième choral (1890) is het laatste werk van de grote Franse meester. Het begint met gebroken akkoorden ’quasi allegro’, afgewisseld met brede, sonore samenklanken. Dan volgt de eigenlijke koraalmelodie, in zachte tinten gehouden. Achtereenvolgens verschijnen opnieuw de beginbeweging, het koraal en de beginbeweging, die nu uitloopt op het ontroerende adagio, het centrum van het werk. Deze zangerige cantilene klinkt later in afwisseling met de koraalmelodie. Na een grote climax keert de beginbeweging terug, nu ook gecombineerd met het koraal, waardoor de compositie een magistrale afsluiting krijgt.

Gegevens concert

Aanvang: maandag 31 juli 2023, 20:15 uur
Locatie: Kathedrale Basiliek St. Bavo, Haarlem, Leidsevaart 146, 2014 HE Haarlem. Ingang aan het Bisschop Bottemanneplein
Toegang: gratis, vrijwillige bijdrage. Kosten € 10-15,– per persoon. Donaties: zie donateurspagina

Sponsoren 2023

  • Mgr. de Groot muziekfonds
Sponsoren 2023
image_pdfimage_print