Willibrordusorgel slider 1920 400
Speeltafel Willibrordusorgel
Willibrorduskerk slider
Pijpwerk Willibrordusorgel
Bavokoor met Ton van Eck
Compliatie koperen pijpen Willibrordusorgel
Willibrordusorgel slider 1920 400
Speeltafel Willibrordusorgel
Willibrorduskerk slider
Pijpwerk Willibrordusorgel
Bavokoor met Ton van Eck
Compliatie koperen pijpen Willibrordusorgel

Stefano Manfredini

Aanvang:
Einde:

Serie:

maandag 7 augustus 2023, 20:15 u.
maandag 7 augustus 2023, 21:30 u.

50ste serie concerten - Internationale orgelzomer 2023

Programma

C. Czerny (1791-1857)Præludium und Fuge in a-Moll op. 607
J. Brahms (1833-1897)Choral “Herzlich tut mich verlangen” op. 122/9
Choral “O Welt, ich muss dich lassen” op. 122/11  
M. Bonis (1858-1937)Sortie op. 96
V. Petrali (1830-1889)Adagio per voce umana
J. Rheinberger (1839-1901)Sonata n° 4 “Tonus peregrinus” op. 98
Tempo moderato / Intermezzo / Fuga cromatica
H. Howells (1892-1983)Master Tallis’s testament
from Six Pieces for Organ
A. Esposito (1913-1981)Variazioni sull’Ave Maria di Fatima

Organist

Geboren in Modena, volgde hij orgelstudies aan het Conservatorium van Parma, hij behaalde hoge cijfers voor orgel onder leiding van Prof. Alfonso Gaddi aan het Conservatorium “L. Campiani” in Mantua. Hij studeerde liturgie (bij don V. Donella) en improvisatie (bij L. Tamminga). Achtereenvolgens studeerde hij af met de hoogste cijfers in Muzikale Disciplines aan hetzelfde Conservatorium. Aan het Conservatorium “G. B. Martini” in Bologna studeerde hij af in klavecimbel, altijd met de hoogste cijfers, met een scriptie over het gewijde repertoire in de huiselijke devotie van de Protestantse Kerk. Bovendien volgde hij cursussen koor- en orkestdirectie. Daarna perfectioneerde hij zijn studie door cursussen te volgen bij K. Schnorr, O. Mischiati, L. F. Tagliavini, F. Caporali, M. Imbruno. Hij speelde inaugurele recitals van historische instrumenten. Hij speelt concerten in heel Italië en in het buitenland (Europa, Rusland) als solist of in verschillende ensembles. Zijn passie voor het harmonium bracht hem ertoe zich te wijden aan het uitdiepen van de literatuur voor dit instrument.

Hij is vice-voorzitter van de Vereniging van Orgelvrienden “J. S. Bach” en hij werkt samen met de artistieke leiding van muzikale shows “ArmoniosaMente” en het “Orgelfestival van Modena”.

Als liefhebber van orgelkunst bekommert hij zich al jaren om de oude muziekinstrumenten van Modena door opknapbeurten en initiatieven gericht op de opwaardering van het orgelerfgoed te promoten.

Hij was al organist van de St. Domenico kerk in Modena en in januari 2004 werd hij benoemd tot hoofdorganist van de St. Giovanni Bosco kerk in Bologna, waar hij het grote orgel “Tamburini” (5 klavieren, 12.000 pijpen) bespeelt.

Hij doceerde orgel van 2009 tot 2013 aan het Diocesaan Instituut voor Heilige Muziek van Modena en in 2010-11 ook aan de Muziekschool “A. Masini” in Forlì. Sinds 2009 is hij lid van de Directieraad van de Italiaanse Vereniging van de Heilige Cecily, waar hij, na de afdelingen Organologie en Sociale Communicatie te hebben geleid, in 2019 is benoemd tot vicevoorzitter.

Oorspronkelijke Engelse tekst

Born in Modena, he undertook the studies in organ at the Conservatory of Parma, he qualified with high marks in Organ under the guidance of Prof. Alfonso Gaddi at the Conservatory of Music “L. Campiani” in Mantova. He studied liturgy (with don V. Donella) and improvisation (with L. Tamminga). Successively, he graduated with top marks in Musical Disciplines at the same Conservatory. At the Conservatory “G. B. Martini” in Bologna he graduated in Harpsichord, always with the highest marks, discussing a thesis on the sacred repertoire in the domestic devotion of the Protestant Church. Moreover, he followed courses of chorus and orchestra conducting. He then perfected his studies by following courses held by K. Schnorr, O. Mischiati, L. F. Tagliavini, F. Caporali, M. Imbruno. He has played inaugural recitals of historical instruments. He plays concerts throughout Italy and abroad (Europe, Russia) as solo player, or in various ensembles. His passion for the harmonium, led him to devote himself to the deepening of the literature for this instrument.

He is vice-president of the Organ’s Friends “J. S. Bach” Association and he cooperates with the Artistic Direction of musical shows “ArmoniosaMente” and the “Modena Organ Festival”.

An organ art lover, since years he has been continuously caring about the old musical instruments of the territory of Modena, by promoting refurbishments and initiatives aiming at the upgrading of the organ inheritance.

Already organist of St. Domenico’s church in Modena, in January 2004 he was named main organist of St. Giovanni Bosco’s church in Bologna, where he plays the great organ “Tamburini” (5 manuals, 12.000 pipes).

He has taught organ from 2009 to 2013 at the Diocesan Institute of Sacred Music of Modena, and in 2010-11 also at Music School “A. Masini”, Forlì. Since 2009 he is member of the Directive Council of the Italian Association of Saint Cecily where, after having directed the Departments of Organology and Social Communications, in 2019 he has been appointed vice-president.

Toelichting op het programma

C. Czerny, Præludium und Fuge in a-Moll op. 607

In de enorme Prelude en Fuga in A Mineur, Op. 607, laat Czerny zijn beheersing van het orgel (zijn vader was organist, net als Czerny zelf) en contrapunt zien. Hij laat zien dat hij de lessen van Bach en Mendelssohn heeft geleerd, vooral in de monumentale dubbelfuga, samen met een pre-romantische smaak.

J. Brahms, Choral “Herzlich tut mich verlangen” op. 122/9, Choral “O Welt, ich muss dich lassen” op. 122/11

In deze laatste reeks van zijn werken is Brahms’ keuze voor de koralen “Herzlich tut mich verlangen” en “O Welt, ich muss dich lassen” bijzonder aangrijpend, omdat ze werden gemaakt op het moment dat hij zich voor het eerst realiseerde dat zijn eigen dagen geteld waren. Tegenover zijn vrienden deed hij zijn vale teint af als slechts het resultaat van geelzucht, maar hij herkende zeker dit alarmerende symptoom van leverkanker, de ziekte waaraan zijn vader was bezweken. Alle pogingen tot behandeling waren onvermijdelijk tevergeefs en op 3 april 1897 stierf Johannes Brahms, zijn laatste muzikale essays voor orgel ongepubliceerd achterlatend.

M. Bonis, Sortie op. 96

Mélanie Bonis’ post-romantische stijl van haar oeuvre, leerling van César Franck, kwam goed overeen met haar tijd en is zeer gevarieerd, variërend van dramatisch tot humoristisch, vaak krachtig en sensueel, met af en toe oriëntaalse uitstapjes, altijd goed geschreven en gekenmerkt door een grote expressiviteit. Haar teksten zijn zeer persoonlijk en gemakkelijk te herkennen aan de originaliteit van de harmonieën en ritmes.

V. Petrali, Adagio per voce umana

Als organist in Bergamo en Cremona maakt Petrali de wisseling mee tussen symfonisch-theatrale orgelcreativiteit en de opkomende Ceciliaanse Beweging. In dit Adagio voegt Vincenzo Petrali alle Italiaanse operasmaak van de 19e eeuw samen tot een prachtige melodie, met behoud van een sobere en elegante stijl.

J. Rheinberger, Sonate nr. 4 “Tonus peregrinus” op. 98, Tempo moderato / Intermezzo / Fuga cromatica

Deze Sonate heeft zijn leitmotiv in de Tonus Peregrinus: door velen beschouwd als de IXe Gregoriaanse modus, verschilt de T. P. van de andere acht officiële modi door het hebben van twee recitatiesnaren (repercussio). De Latijnse betekenis is juist die van een vreemde, dolende toon, en hangt samen met het feit dat deze melodie historisch vaak geassocieerd wordt met het zingen van Psalm 144 “In exitu Israel de Aegypto”, een psalm die voorafgaat aan de veertigjarige zwerftocht in de woestijn van het uitverkoren volk.

H. Howells, Het testament van meester Tallis, uit Zes stukken voor orgel

Howells beschouwde deze compositie als een van zijn belangrijkste werken. Het vat de essentie van de “Tweede Engelse Renaissance” van Howells, Vaughan Williams en Holst et al met zijn naadloze vermenging van zestiende-eeuwse modaliteit en twintigste-eeuwse sensualiteit. Het werk is in wezen een reeks geleidelijke variaties op het openingsthema, waarbij elke volgende variatie toeneemt in intensiteit, complexiteit en volume. De toon van het stuk aan het begin is die van een ingetogen pastoraal, waarbij het modale G mineur zachtjes afsteekt tegen de talrijke “Tudor” chromatische verbuigingen.

A. Esposito, Variazioni sull’Ave Maria di Fatima

Als een kleine improvisatie neemt de Italiaanse componist Alessandro Esposito ons mee naar Fatima, met de melodie van het beroemde religieuze gezang, waarbij hij traditie vermengt met een muzikale taal van de late 20e eeuw.

Oorspronkelijke Engelse tekst

C. Czerny, Præludium und Fuge in a-Moll op. 607

In the huge Prelude and Fugue in A Minor, Op. 607, Czerny shows off his mastery of the organ (his father was an organist, as was Czerny himself), and counterpoint. He shows to have learnt Bach and Mendelssohn’s lessons, especially in the monumental double fugue, together with a pre-romantic taste.

J. Brahms, Choral “Herzlich tut mich verlangen” op. 122/9, Choral “O Welt, ich muss dich lassen” op. 122/11

In this last set of his works, Brahms’s choice of the Chorales – “Herzlich tut mich verlangen” and “O Welt, ich muss dich lassen” – is particularly poignant, made, as it was, at the time when he first came to realize that his own days were numbered. To his friends, he dismissed his sallow complexion as merely the result of a case of jaundice, but he surely recognized this alarming symptom of cancer of the liver, the disease to which his father had succumbed. All attempts at treatment were inevitably in vain, and on 3 April 1897, Johannes Brahms died, leaving his final musical essays for organ unpublished.

M. Bonis, Sortie op. 96

Pupil of César Franck, Mélanie Bonis‘ post-romantic style of her oeuvre corresponded well to her times and is quite varied, ranging from dramatic to humorous, often vigorous and sensual, with occasional oriental excursions, always well written and marked by great expressiveness. Her writing is very personal and easily identifiable by the originality of its harmonies and rhythms.

V. Petrali, Adagio per voce umana

Organist in Bergamo and Cremona, Petrali experiences the change between symphonic-theatrical organ creativity and the nascent Cecilian Movement. In this Adagio, Vincenzo Petrali merges all the Italian operatic taste of the 19th century into a beautiful melody, while maintaining a sober and elegant style.

J. Rheinberger, Sonata n° 4 “Tonus peregrinus” op. 98, Tempo moderato / Intermezzo / Fuga cromatica

This Sonata has its leitmotiv in the Tonus Peregrinus: considered by many to be the IX Gregorian mode, the T. P. differs from the other eight official modes in having two strings of recitation (repercussio). The Latin meaning is precisely that of a foreign, wandering tone, and depends on the fact that historically this melody has often been associated with the singing of Psalm 144 “In exitu Israel de Aegypto”, a psalm that preludes the forty-year wandering in the desert of the chosen people.

H. Howells, Master Tallis’s testament, from Six Pieces for Organ

Howells considered this composition as to be one of his most “significant” works. It captures the essence of the “Second English Renaissance” of Howells, Vaughan Williams, and Holst et al with its seamless blending of sixteenth century modality and twentieth century sensuality. The work is essentially a set of gradual variations on the opening theme, each subsequent variation growing in intensity, complexity and volume. The tone of the piece at the beginning is that of a restrained pastoralism, with the modal G minor gently washing against the numerous “Tudor” chromatic inflections.

A. Esposito, Variazioni sull’Ave Maria di Fatima

Like a small improvisation, the Italian composer Alessandro Esposito takes us to Fatima, with the melody of the famous religious chant, mixing tradition with a musical language of the late 20th century.

Gegevens concert

Aanvang: maandag 7 augustus 2023, 20:15 uur
Locatie: Kathedrale Basiliek St. Bavo, Haarlem, Leidsevaart 146, 2014 HE Haarlem. Ingang aan het Bisschop Bottemanneplein
Toegang: gratis, vrijwillige bijdrage. Kosten € 10-15,– per persoon. Donaties: zie donateurspagina

Sponsoren 2023

Sponsoren 2023

image_pdfimage_print