Op de vraag welke muziekinstrumenten ze kennen, zullen de meeste kinderen er wel een paar kunnen opnoemen: de piano, blokfluit, gitaar… Waarschijnlijk zullen een aantal kinderen ook een instrument bespelen.
Het is tegenwoordig niet meer vanzelfsprekend dat een kind het (kerk)orgel zal noemen. De onbekendheid met dit muziekinstrument wil het stichtingsbestuur van het Willibrordusorgel doorbreken met een reeks voorstellingen over het olifantje Babar. Het betreft een theatrale vertelling met interactie van het grote Willibrordusorgel dat – zoals u weet – dit jaar de 100ste verjaardag viert.
De voorstelling is bedoeld voor kinderen van de groepen 2 t/m 4 van de basisschool en wordt gehouden op een aantal ochtenden in de maanden september en oktober 2023. Er zijn verschillende scholen in de directe omgeving van de kathedraal uitgenodigd om deze voorstelling te komen zien en inmiddels is de eerste voorstelling al gereserveerd en komen 100 kinderen op een ochtend in september naar Babar. Een tweede school heeft ook een positieve reactie gestuurd. We hebben goede hoop dat er meer zullen volgen.
Omdat dit alles nog in de kinderschoenen staat hoopt het bestuur op een succesvol slagen van dit project en een voortzetting van kindervoorstellingen zodat op deze manier een groter publiek kennis zal nemen van het orgel in het algemeen en zéker het bijzondere Willibrordusorgel dat we als cultureel erfgoed koesteren.
Achtergrond
Muzikale sprookje van Babar, het kleine olifantje – Francis Poulenc
“Babar, het kleine olifantje” is gebaseerd op de verhalen die de vrouw van Jean de Brunhoff, Cécile Sabouraud, vertelde aan haar zoons voordat zij naar bed gingen. De kinderen waren dol op deze verhaaltje van een kleine olifant die de jungle verliet en op reis ging naar Parijs. Zij vroegen hun vader Jean de Brunhoff, een schilder en schrijver, om er illustraties bij te maken. Het werd een uitgave van een boek dat werd gedrukt in de familie drukkerij. Dit eerste boekje verscheen in 1931. Er werden nog 6 boekjes gemaakt totdat Jean de Brunhoff op 37 jarige leeftijd overleed aan tuberculose. Zijn broer Michel zorgde ervoor dat de laatste twee albums, die waren verschenen in een Engelse krant werden uitgegeven.
De Franse uitgever Hachette kocht later alle rechten en gaf de eerste 7 albums in een miljoenen oplage uit. Na de tweede wereld oorlog begon de zoon van Jean de Brunhoff, Laurent, die ook kunstschilder was geworden met zijn eigen serie van Babar. Zijn Babar had grote gelijkenis met de Babar gecreëerd door zijn vader. Hij hield op deze manier het gedachte goed van zijn vader en de herinneringen aan zijn gelukkige kinderjaren in leven. Op basis van het werk van Laurent werden animatiefilmpjes gemaakt. Tussen 1989 en 1991 werden 65 afleveringen uitgebracht. In 2000 werden er nog 13 afleveringen gemaakt.
De versie van Francis Poulenc is (1899-1963) is gebaseerd op het eerste boekje van Jean de Brunhoff en geschreven voor piano en verteller. Het pianowerk over “Babar, de olifant” schreef hij in 1945. Het verhaal wil dat de componist wat zat te improviseren aan de piano toen zijn nichtje binnenkwam, het verhaal van Babar op zijn lessenaar zette en vroeg of hij er wat bij wou spelen. Poulenc improviseerde er muziek bij en had er zoveel plezier in dat hij het later opschreef. De muziek wordt op het orgel uitgevoerd door Ton van Eck.