Willibrordusorgel slider 1920 400
Speeltafel Willibrordusorgel
Compliatie koperen pijpen Willibrordusorgel
Pijpwerk Willibrordusorgel
Willibrordusorgel slider 1920 400
Speeltafel Willibrordusorgel
Compliatie koperen pijpen Willibrordusorgel
Pijpwerk Willibrordusorgel

Jan Willems – Ilse van Wuijckhuijse

Aanvang:
Einde:

Serie:

zaterdag 11 mei 2024, 16:00 u.
zaterdag 11 mei 2024, 17:30 u.

51ste serie concerten - 2024

Programma

Marcel Dupré (1886-1971)Variations sur l’hymne ‘Ave Maris Stella’
Ave Maris Stella*
– Canon à la Quarte “Sumens illud ave”
Solve vincla reis*
– Choral au Tenor “Monstra te esse”Virgo singularis*
– Choral orné dans le style de J.S. Bach “Vitam præsta”Sit laus Deo Patri*
– Final – Animato “Amen”
Francis Poulenc (1899-1963)Priez pour paix, douce Vierge Marie*
Hendrik Andriessen (1892-1981)– Deuxième Choral
– Magna res es amor*
Paul De Maleingreau (1887-1956)Prélude extrait Suite pour Orgue (opus 14)
Cesar Franck (1822-1890)    La Procession*
Louis Vierne  (1870-1937)   Arabesque (uit: 24 Pièces en style libre – opus 31)
Hans Leenders (1965-)Ave Maria      
Maurice Duruflé (1902-1986)Choral Varié sur le thème du ‘Veni Creator’ (opus 4)
– Choral (Plein Jeu) Veni, creator Spiritus*
– Variatie I “Qui diceris Paraclitus”: Poco meno lento (canon, melodie in pedaal)
Tu septiformis munere*
– Variatie II “Accende lumen sensibus”: Allegretto
Hostem repellas longius*
– Variatie III: Andante Expressivo (Melodie in pedaal – tenorligging)
Per te sciamus da Patrem*
– Variatie IV: Final
* Orgel en zang

Organist

Jan Willems (*1980) is sinds 1 mei 2023 de nieuwe stadsorganist van Oosterhout. Jan studeerde Hoofdvak Orgel & Kerkmuziek aan het Brabants Conservatorium bij Bram Beekman, welke vakopleiding hij in het voorjaar van 2008 succesvol afsloot. Daarnaast volgde hij bijvakken voor improvisatie bij Henco de Berg (vrije improvisatie) en Geert Bierling (liturgisch orgelspel). De basis voor dit alles werd gelegd aan het Dongens Muziekinstituut bij Frans Bullens, bij wie hij in 2001 cum laude het D-examen behaalde.

Voor zijn ontwikkeling als kerkmusicus volgde hij enkele koordirectiecursussen bij de Nederlandse Sint-Gregoriusvereniging (NSGV) en ontwikkelde dat verder aan het Brabants Conservatorium bij Ramon van den Boom en Martien van Woerkum. Aan de Folkwang Universität der Künste in Essen (D) verdiept hij zich sinds 2005 in de authentieke uitvoeringspraktijk van het Gregoriaans bij prof. Stephan Klöckner. Hij is dan ook mede-oprichter en dirigent van de Schola Bavonensis: een groep mannen die zich toelegt op het uitvoeren van zowel Gregoriaanse gezangen als gezangen uit het Nederlandstalig getijdengebed.

Na organist te zijn geweest van de Sint-Paulusabdij te Oosterhout en de Sint-Bavokerk te Raamsdonk, werd hij in 2007 benoemd tot hoofdorganist van de orgels van de Basiliek Sint-Jan-de-Doper te Oosterhout. In deze Basiliek is Jan naast kerkmusicus ook actief als artistiek adviseur bij de orgelserie die de Stichting Ludens hier jaarlijks organiseert. Ook zelf geeft hij regelmatig concerten, vaak samen met de sopraan Ilse van Wuijckhuijse, met wie hij een duo vormt. Het orgelspel van Jan is beluisteren op drie cd’s die tussen 2008 en 2011 zijn uitgebracht door de Brabantse Orgelfederatie.

Naast organist is Jan ook nog dirigent van RK Jongerenkoor YRDV, waarmee hij in 2014 het Nationaal Kampioenschap voor Jongerenkoren won. Ook dirigeert hij de Capella Catharina, het kamerkoor van de Catharinaparochie in Oosterhout. Met beide koren was hij meermalen te zien op TV. Als kerkmusicus zat hij bovendien van 2008 tot 2020 in de redactie van het Gregoriusblad, het tijdschrift van de Nederlandse Sint-Gregorius Vereniging (NSGV).

In het dagelijks leven is hij als docent Aardrijkskunde verbonden aan het Stedelijk Gymnasium in Breda, waartoe hij in 2003 afstudeerde aan de Universiteit Utrecht als Sociaal Geograaf (afstudeerspecialisaties Historische Geografie & Muziekgeografie). Op deze school startte Jan in 2006 een Schoolkoor op, hetgeen sindsdien op hoogtijdagen van de school klassiek (van Gregoriaans tot Gershwin) en eigentijds meerstemmig repertoire ten gehore brengt.

Toelichting op het programma

Marcel Dupré (1886-1971) – Variations sur l’hymne ‘Ave Maris Stella’

Dupré schreef de variatiereeks over deze bekende gregoriaanse Mariahymne in zijn bundel 15 versets pour les Vêpres du commun des Fêtes de la Sainte Vierge (opus 18). Het geeft een mooi voorbeeld van de destijds in Frankrijk veelvuldig voorkomende ‘ad alternatim-praktijk’. Orgel en zang wisselen elkaar af en ‘zingen’ om beurten een couplet. In de eerste variatie horen we een mooie canon tussen de grondstemmen en het pedaal. In de tweede variatie horen we een mystieke carillon-achtige begeleiding. De melodie wordt vertolkt door een tongwerk in de tenorligging. In de derde variatie heeft Dupré getracht een koraalprelude te maken, in de stijl van Bach, maar echter zonder zijn kenmerkende eigen idioom te verliezen. U hoort de rijkversierde koraalmelodie gezongen worden door de Cornet. De final is een typische Dupré-toccata avant la lettre. In een virtuoze opeenvolging van grote grepen, gespeeld met het volle werk, hoort u melodiefragmenten afwisselend in het pedaal en in de bovenstem. 

Ave maris stella, Dei Mater alma,
Atque semper virgo, felix coeli porta.

Sumens illud Ave Gabrielis ore,
Funda nos in pace Mutans Evae nomen.

Solve vicla reis, profer lumen caecis. Mala nostra pelle, bona cuncta posce.

Monstra te esse Matrem, sumat per te preces, qui pro nobis natus, tulit esse tuus.

Virgo singularis, inter omnes mitis, nos culpis solutos, mites fac et castos.

Vitam praesta puram iter para tutum:
Ut videntes Iesum semper collaetemur.

Sit laus Deo Patri, Summo Christo decus.
Spiritui Sancto, Tribus honor unus. Amen.           
Wees gegroet, Sterre der zee gezegende Moeder Gods en altijd maagd (gebleven), gelukkige poort des hemels.

Door deze eens door Gabriel gesproken groet aan te nemen: veranker ons in vrede door te veranderen (de herinnering aan) Eva’s naam.

Maak zondaars los uit boeien, breng aan de blinden licht. Wil bij ons kwaad verdrijven, vraag van ons alle goeds.

Toon ons onze Moeder te zijn, neem de aan u gerichte gebeden aan, die voor ons uw Kind hebt gedragen.

Voortreffelijke maagd vergeleken met alle anderen zo zachtmoedig maak ons, vrij van schulden zachtmoedig en rein.

Waarborg (ons) een rechtschapen leven, wijs ons de veilige weg zodat als we Jezus zien, dat we ons eeuwig verblijden.

Geloofd zij God de Vader, de hoogste eer voor Christus. En ook aan de Heilige Geest, de eer komt toe aan één wezen.
Francis Poulenc (1899-1963) – Priez pour paix, douce Vierge Marie*

Poulenc gebruikte in zijn liederen voornamelijk 3 thema’s: Liefde, Parijs en Vrede. De muziek die u vanmiddag hoort, schreef Poulenc in 1938 op een gedicht van Charles ‘d Orleans (begin 15e eeuw). In 1938 stond Europa immers op het punt om in oorlog met Hitler-Duitsland te raken. De Franse krant “Le Figaro” publiceerde het gedicht van Charles ‘d Orleans op het hoogtepunt van de spanningen. Dit raakte Poulenc en hij schreef er meteen zijn melodie op. Charles ‘d Orleans verlangde naar het einde van de oorlog van zijn tijd. Hij smeekt de Maria, alle moedigen en heiligen te bidden tot haar zoon, de Heiland. Hij eist dat Christus zijn blik op Zijn volk richt, voor wie Hij al Zijn bloed vergoten heeft en wil dat Hij zijn volk spaart voor de verwoestingen van de oorlog. De dichter smeekt de maagd nooit te stoppen met bidden voor vrede…de ware schat van vreugde. Poulenc schreef zijn melodie als een rustig, eenvoudig en eerbiedig gebed, dat nog steeds hard nodig is in deze tijd, waarin oorlog en zinloos geweld aan de orde van de dag zijn…

Priez pour paix, douce vierge Marie.
Reine des cieux et du monde Maîtresse.
Faites prier, par votre courtoisie.
Saints et saintes et prenez votre adresse vers votre Fils.
Requéreant sa hautesse.
Qu’il lui plaise son peuple regarder. 
Que de son sang a voulu racheter. 
En déboutant guerre qui tout dévoye.
De prières ne vous Veuillez lasser. 
Priez pour paix. Priez pour paix.
Le vrai trésor de joye.
Bid voor vrede, lieflijke maagd Maria.
Koningin des Hemels en Meesteres der wereld.
Laat, op uw voorspraak, alle heiligen bidden en uw Zoon aanroepen.
Smeek de Allerhoogste om te zien naar zijn volk, dat Hij verloste met zijn bloed.
En laat hem de oorlogen uitbannen
die alles vernietigen.

Word toch niet moe van onze gebeden. Bid voor vrede, bid voor vrede
de ware schat van vreugde.
Hendrik Andriessen (1892-1981) – Deuxième Choral (1916/1965)                                   

Andriessen is een van de weinige Nederlandse componisten uit de 20e eeuw die ook in het buitenland enigszins bekend is geworden. Hij was organist hier in Haarlem (Josephkerk) en daarna in Utrecht (kathedraal) en directeur van twee conservatoria (Utrecht & Den Haag). Hij schreef voor orgel in totaal 4 Chorals, duidelijk afgeleid van de gelijknamige werken van zijn grote voorbeeld, César Franck. Het Deuxième Choral ontstond in 1916, vlak na het veel bekendere Premier Choral. Het bleef echter in manuscript, maar werd op aandringen van de toen bekende organist Feike Asma, in 1965 alsnog uitgegeven. Het werk begint met repeterende akkoorden in een dwingend syncopisch ritme. Na passages, opgebouwd uit triolen en chromatische figuren (fortissimo), keren de akkoorden terug, waarna een sober koraalthema opklinkt. Weer zijn er akkoorden te horen, nu pianissimo. Het koraalthema verschijnt in de tenor, waarna het in gevarieerde vorm wordt vergezeld door triolenpassages. In dynamische zin treedt er een verandering op: een stuwing, een terugkeer naar mildere tinten en dan een kloek alla-marcia-gedeelte (gespeeld met het volle werk), dat uitmondt in een triomfantelijk einde in D majeur.

Hendrik Andriessen (1892-1981) – Magna Res est Amor* 

Andriessen schreef dit stuk voor solozang en orgel in 1920, naar een tekst van Thomas á Kempis (1380-1471). Complexe harmonieën en innige lyriek zijn ook in dit werk weer nadrukkelijk aanwezig. Het orgel fungeert niet enkel als continuo-begeleiding van de zangstem, maar heeft ook duidelijk een zelfstandige functie. Naast enkele solomaten, bepaalt het orgel namelijk volledig de harmonische structuur van het stuk: zonder de orgelbegeleiding zou er weinig van het stuk overblijven. Omgekeerd is dit opvallend genoeg niet zozeer het geval. Het werk wordt door velen gewaardeerd als Andriessens interessantste werk voor solostem.

Magna res est amor, magnum omnino bonum:
Quod solum leve facit omne onerosum
Et fert aequaliter omne inaequale.
Nihil dulcius est amore, nihil fortius,
nihil altius, nihil latius, nihil jucundius,
nihil plenius nec melius in coelo et in terra.
Quia amor ex Deo natus est, nec potest, nisi in Deo, Super omnia creata quiescere.
De liefde is iets groots, een in alle opzichten groot goed.
Zij alleen maakt licht al wat ons bezwaart
En weet alle tegenslag gelijkmoedig te dragen.

Niets is zoeter dan de liefde, niets sterker, niets hoger,
niets omvattender, niets aangenamer, niets voller, niets beter, in hemel en op aarde.
Omdat de liefde uit God geboren is, kan zij, boven al het geschapene alleen rusten in God.
Paul de Maleingreau (1887-1956) – Prélude extrait Suite pour Orgue (opus 14)               

Paul de Maleingreau werd in 1887 in een Noord-Frans dorpje geboren, maar groeide op nabij de Waalse provinciehoofdstad Namen. Hij studeerde aan het Brussels conservatorium orgel bij Alfons Desmet (een leerling van Lemmens) en contrapunt bij Edgar Tinel. Vanaf 1913 tot zijn pensionering in 1953 was hij als docent werkzaam aan hetzelfde conservatorium. Als componist publiceerde hij onder de artiestennaam Paul de Maleingreau meer dan honderd werken, waarvan veertig opusnummers voor orgel solo. De stijl van De Maleingreaus composities wordt doorgaans voorzien van het etiket ‘impressionistisch’, met een knipoog naar Claude Debussy.

De Prélude vormt het openingsdeel van de vierdelige Suite pour orgue. Het stuk begint met een expositie klaaglijke thema, dat langzaamaan aan kracht wint en naar een hoogtepunt toewerkt, maar dan ontbroken wordt door een gevoelig middendeeltje, gespeeld met de prachtige overblazende fluiten van het orgel…haast esoterische klanken! Hierna hervat het stuk weer in een sterkere registratie en werkt toe naar een nieuwe climax. Het lijkt dan uiteindelijk allemaal goed te komen en het stuk lijkt vrolijk te eindigen…maar nee, als een kaartenhuis zakt die vrolijkheid weer in elkaar en eindigt het in droefenis (maar wel hele mooie droefenis, waarin u de prachtige strijkers van het orgel hoort!). Een interessante kennismaking met een klankwereld die, hoewel nog geen eeuw van ons verwijderd, tamelijk onbekend is. 

Cesar Franck (1822-1890) – La Procession (1888)*                                                           

Sacramentsprocessies kwamen vroeger veel vaker voor in de katholieke streken van ons land, vooral in de meimaand. Ook César Franck liet zich hierdoor inspireren door het gedicht La Procession van de dichter Charles Auguste Brizeux (1803-1858). Het stuk is eigenlijk voor sopraan en orkest, maar Franck bewerkte het zelf voor orgel. Van Franck stamt immer de uitspraak “Mon orgue? C’est un orchestre!

Dieu s’avance à travers les champs!
Par les landes, les prés, les verts taillis de hêtres.
Il vient, suivi du peuple et porté par les prêtres:
Aux cantiques de l’homme, oiseaux, mêlez vos chants!
On s’arrête. La foule autour d’un chêne antique
S’incline, en adorant, sous l’ostensoir mystique:
Soleil! darde sur lui tes longs rayons couchants!
Aux cantiques de l’homme, oiseaux, mêlez vos chants!
Vous, fleurs, avec l’encens exhalez votre arôme!
Ô fête! tout reluit, tout prie et tout embaume!
Dieu s’avance à travers les champs.
Gods offerbrood nadert over de velden! Over de heide,
de weide en langs de groene beukenbosjes, komt het,
gevolgd door de mensen en gedragen door de priesters:
met de gezangen der mensen, vogels, mengt uw lied!
Men houdt stil. De menigte, rond een oeroude eik, knielt
in aanbidding onder mystieke monstrans: Zon!
Beschijn het met je langgerekte zonnestralen voor je ondergaat!
Met de gezangen der mensen, vogels, mengt uw lied!
Gij, bloemen, vermengt uw geur met de wierook! O feest!
Alles glanst, alles bidt, alles geurt! Gods offerbrood nadert over de velden.
Louis Vierne  (1870-1937) – Arabesque                  

De hoofdrol is in dit mediatieve stuk weggelegd voor de Flûte Harmonique. Deze prachtige impressionistische muziek werd geschreven de door de blinde organist van de Notre-Dame in Parijs, Louis Vierne, en doet zeker ook aan Debussy denken. Het werk komt uit de “24 Pièces en style libre” (opus 31).

Hans Leenders (1965-) – Ave Maria*                                                                                             

Leenders is organist van de ‘Sterre der Zee’ in Maastricht, koordirigent (van o.a. Studium Chorale) en orgeldocent aan het Maastrichts conservatorium. Daarnaast componeert hij met name vocale muziek. Ook was hele vele jaren gastdocent bij de Internationale Sommerkurs Gregorianik aan de Folkwang-Universität der Künste in Essen. In de zomer van 2018 hoorde Jan dit Ave Maria daar uitgevoerd worden en vond het prachtig. Hans gaf hem vervolgens de partituur om het samen met Ilse uit te voeren. In dit intieme werk zorgt het gebruik van noneakkoorden, samen met een mooie stemvoering, voor een overtuigend geheel, dat uitnodigt tot meditatie..

Maurice Duruflé (1902-1986) – Choral Varié sur le thème du ‘Veni Creator’ (Opus 4)

Achter Duruflé’s muziek gaat een groot streven naar perfectie schuil. Vanwege zijn zelfkritiek en goede smaak was Duruflé dan ook bepaald geen veelschrijver: hij was niet snel tevreden en bleef lang aan zijn composities schaven. Maar als er één componist is geweest die de modale wereld van het gregoriaans magnifiek naar het orgel kon vertalen, dan is het Duruflé geweest. Zijn belangstelling voor het gregoriaans deed hij op als zangertje in de koorschool van Rouen. Het werd een belangrijke inspiratiebron voor zijn muziek. Duruflés composities worden gekenmerkt door orde, helderheid en duidelijke vormgeving en getuigen van grote bewogenheid en veel poëzie. Hij zocht naar het bovenaardse en droeg dit over in zijn lessen en in zijn muziek. De bewogen harmonieën en typische registraties –die op ons orgel vrijwel letterlijk te realiseren zijn- dragen daar zeker toe bij.

Duruflé won met dit werk de eerste prijs voor een compositiewedstrijd in 1930, een jaar nadat hij benoemd werd in de Parijse kerk Saint-Etienne-du-Mont. Na een statige opening met het plenum, waarin de melodie van de hymne wordt geëxposeerd, volgen een aantal variaties. In de eerste variatie horen we een canon tussen het pedaal en de manualen. Voor variatie 2 schrijft Duruflé de ongewone combinatie Violon 8vt & Fluit 2 vt voor, begeleid door de Flûte Harmonique. In de derde variatie horen we de fraaie Voix Célèste, terwijl de melodie op het pedaal gespeeld wordt met de Fluit van het pedaal. De zeer virtuoze Final sleept ons mee vanuit een gesloten zwelkast naar een alsmaar forser wordende klank. Het stuk eindigt in een stralend tutti.

Veni, Creator Spiritus mentes tuorum visita
Imple superna gratia quae tu creasti pectora.

Qui diceris Paraclitus, donum Dei Altissimi,
fons vivus, ignis, caritas, et spiritalis unctio.

Tu septiformis munere, dextrae Dei tu digitus;
tu rite promissum Patris, sermone ditans guttura.

Accende lumen sensibus, infunde amorem cordibus,
infirma nostri corporis, virtute firmans perpeti.  

Hostem repellas longius, pacemque duces protinus,
ductore sic te praevio, vitemus omne noxium.

Per te sciamus da Patrem, noscamus atque Filium,
te utriusque Spiritum credamus omni tempore. Amen  
Kom Schepper, Geest, daal tot ons neer, houd Gij bij ons uw intocht, Heer; vervul het hart dat U verbeidt, met hemelse barmhartigheid.

Gij zijt de gave Gods, Gij zijt de grote Trooster in de tijd,
de bron waaruit het leven springt, het liefdevuur dat ons doordringt.

Gij schenkt uw gaven zevenvoud, O hand die God ten zegen houdt,
O taal waarin wij God verstaan, wij heffen onze lofzang aan.

Verlicht ons duistere verstand, geef dat ons hart van liefde brandt,
en dat ons zwakke lichaam leeft vanuit de kracht die Gij het geeft.

Verlos ons als de vijand woedt, geef ons de vrede weer voorgoed,
Leid Gij ons voort, opdat geen kwaad, geen ongeval ons leven schaadt.

Doe ons de Vader en de Zoon aanschouwen in de hoge troon,
O Geest van beiden uitgegaan, wij bidden U gelovig aan. Amen  

Gegevens concert

Locatie: Kathedrale Basiliek St. Bavo, Haarlem, Leidsevaart 146, 2014 HE Haarlem. Ingang aan het Bisschop Bottemanneplein
Toegang: gratis, vrijwillige bijdrage. Kosten € 10-15,– per persoon. Donaties: zie donateurspagina

Sponsoren 2024

Sponsoren 2024
image_pdfimage_print