Als derde orgel beschikt de Kathedraal over een kabinetorgel uit ca. 1800. Het is een klein mechanisch orgel. De oorspronkelijke orgelkas is verloren gegaan. Het instrument werd door de orgelmakers Vermeulen aangekocht uit een opgeheven Broederhuis in Roosendaal.
In 1968 kwam het in bezit van Jan Valkestijn, die van 1963 tot 1989 directeur was van het Muziekinstituut van de kathedraal. Hij liet het door de firma Vermeulen restaureren. De nieuwe kas werd vervaardigd door een broeder uit de abdij van Egmond. Aanvankelijk was het in de koorschool opgesteld, maar in 1979 werd het in de kathedraal geplaatst waar het ook wel bekend staat als ‘Valkestijn-orgel’, naar zijn vorige eigenaar.