Aanvang: |
zaterdag 6 juli 2024, 16:00 u. |
Einde: |
zaterdag 6 juli 2024, 17:30 u. |
Programma
César Franck (1822-1890) | Fantaisie en La majeur (1878, uit: Trois Pièces) |
Camille Saint-Saens (1835-1921) | Deuxième Fantaisie Des-Dur op. 101 (1895) |
Franz Liszt (1811-1886) | Fantasie und Fuge über den Choral „Ad nos, ad salutarem undam“ (1850/1855) |
Organist
De organist Tobias Horn (geboren in 1970) won diverse gerenommeerde internationale concoursen en behoort daarmee tot de toonaangevende Duitse organisten van zijn generatie. Prijzen als 2000 “L’Europe et l’Orgue” in Maastricht / Luik / Aken, 1e prijs voor interpretatie en speciale prijs voor de beste Bach-interpretatie (jury: Hakim, Trotter, Ghielmi, Szathmary, Fonteyn, Wolfs, Haselböck) en 2000 “Concours international Suisse de l’Orgue”, 2e prijs (een 1e werd niet toegekend) (jury: Laukvik, Bovet, Ablitzer, Heiniger) leidden tot een intensieve concertcarrière. Horn trad regelmatig op tijdens internationaal bekende orgelfestivals (Neurenberg, Maastricht, Genua, Bergen, Festival Suisse de l’Orgue etc.) en speelde in concert op de grote Europese orgels, bijv. Laurenskerk Rotterdam, St. Jan s’Hertogenbosch, kathedralen in Straatsburg, Wenen, Aken, Antwerpen, Haarlem, St. Gallen en Bergen. Zijn debuut in de VS vond plaats in 2011.
Tobias Horn kreeg zijn opleiding van de allergrootsten uit de orgelwereld; tot zijn leraren behoren Ludger Lohmann (orgel) en Jon Laukvik (klavecimbel). Hij specialiseerde zich in Franse barokke en romantische orgelmuziek en studeerde intensief bij persoonlijkheden als Jean Boyer (Lyon/Lille) en Ben van Oosten (Den Haag/Rotterdam), wat leidde tot uitgebreide kennis op het gebied van romantische symfonische orgelliteratuur.
Zijn repertoire behoort tot de breedste repertoires en bevat alle grote stukken uit de orgelliteratuur. Naast de complete werken van Bach voert hij regelmatig alle grote werken uit van Reger, Liszt, de complete werken van Vierne en Widor en alle grote werken van Dupré. Daarnaast behoren alle belangrijke werken uit de oude muziek en hedendaagse composities, met verschillende premières, tot zijn repertoire.
Zijn CD-opnames met romantische orgelmuziek (bijv. Reger en Vierne) zijn uitgebracht bij de gerenommeerde labels Motette-Ursina en Ambiente en werden geprezen door recensenten (bijv. “Organists’ Review”/Roger Fisher). Radio-opnames bij grote Europese zenders (SWR, WDR en ORF) getuigen van zijn artistieke werk.
De muzikale activiteiten en ervaringen van Tobias Horn bestrijken een breed terrein: naast zijn werk als concertorganist is hij liedbegeleider en dirigent en heeft hij bijna alle grote oratoria zoals “Matthäus” en “St. John’s Passion”, “Christmas Oratorio” en vele cantates van Bach; “Great Mass in c-minor” en “Requiem” van Mozart; “The Creation” van Haydn; “Requiem” van Brahms, Verdi, Fauré, Duruflé; “Les Béatitudes” van Franck, “Te Deum” van Dvorak en Bruckner en vele orkestwerken van Bach, Mozart, Poulenc en Debussy.
Zijn pedagogische ervaring reikt van pedagoog (2001/2002: vervanger en assistent van Prof. Dr. Ludger Lohmann, orgelklas vanaf 2016 aan de Musikhochschule/State Conservatory Stuttgart) tot kerkmuzikaal basiswerk met amateurs en masterclasses en lezingen aan het National Tchaikovsky Conservatory Moscow (Rusland) en de State Music Academy Krakow (Polen).
Komende concertevenementen zijn onder andere de kathedralen van Aken, Lucca, Tallinn, Danzig/Oliwa, Lapua (FI) en festivals in Duitsland, Nederland, Italië, Slowakije, Estland en Zwitserland.
Toelichting op het programma
De Fantaisie en La behoort tot de Trois Pièces die César Franck op 1 oktober 1878 ten doop hield op het grote Cavaillé-Coll orgel van het Trocadéro in Parijs.
Het werk kent drie thema’s:
- het hoofdthema (A) waarmee het begint en dat een inleiding vormt voor het daarvan afgeleide tweede thema (A’) dat wordt begeleid door repeterende akkoorden, waarmee het stuk eigenlijk pas goed begint,
- een dalende melodische lijn in syncopen (B), begeleid door gebroken akkoorden in de linkerhand,
- een hymne-achtig koraalthema (C) op de Voix Humaine.
Op de voor Franck kenmerkende wijze wisselt hij deze drie thema’s af en weet hij ze op verschillende wijzen te combineren. Als hoogtepunt doet hij dat laatste ook na een groot crescendo met het eerste en het tweede thema in majeur waarna het stuk geleidelijker weer kalmer wordt en, vooruitwijzend naar zijn Deuxième Choral, aan het slot het hymne-thema op de Voix Humaine het stuk op serene wijze besluit in mineur.
Saint-Saëns droeg deze Fantaisie op aan « Sa Majesté la Reine Élisabeth de Roumanie ». Het misschien wel de meest romantische compositie van deze klassiek georiënteerde componist.
Het werk is driedelig. Het opent met een Andantino waarin een vloeiende beweging van zestiende-noten een melodie in de sopraan begeleidt en uiteindelijk uitmondt in afwisselende akkoorden tussen twee klavieren. Het tweede deel (Andante) is een fugato met vier inzetten, een doorwerking en een coda. Het derde en laatste deel is een krachtig Allegro waarvan het thema overeenkomst toont met dat van het middengedeelte. In de begeleiding is de snelle begeleidende beweging van de triolen afgeleid van de zestienden in het eerste gedeelte. Het crescendo voert naar het Grand Choeur waarna de klanksterkte en de beweging langzaam afnemen en voeren naar het Andante aan het slot dat fragmenten uit het slot van het eerste gedeelte overneemt waaronder de afwisselende akkoorden. Bijzonder is de registratie van de staccato noten in het coda: een Bourdon 8’ in de linkerhand begeleid een Fluit 4’ in de rechterhand.
Ton van Eck
Bovenstaande twee programmaonderdelen dienen als (copieus) ‘voorgerecht’ voor de hoofdschotel van vanmiddag, de Fantasie und Fuge über den Choral ‘Ad nos, ad salutarem undam’. Dit was het eerste werk dat Franz Liszt voor orgel schreef en tevens Liszts grootste werk voor dit instrument.
Het koraalthema komt uit de opera ‘Le prophète’ van Giacomo Meyerbeer. Het zijn steeds gedeelten van deze koraalmelodie die op alle mogelijke, en soms bijna onmogelijke manieren de bouwstenen vormen voor dit grootse werk.
De compositie bestaat in feite uit drie delen. Het eerste deel, in c kleine terts, bestaat uit een langzame inleiding gevolgd door een snel Allegro. Het tweede deel, in Fis groot, is een Adagio. Het is pas aan het begin van dit Adagio dat het koraalthema volledig wordt gespeeld, geheel eenstemmig nog wel. Het derde deel is een virtuoze fuga en staat weer geschreven in c klein. Met name in dit deel is de pianist Franz Liszt duidelijk te ontwaren.
De eerste uitvoering van dit werk was in 1855 door Alexander Winterberger in de Dom van Merseburg. Liszt was bij deze uitvoering aanwezig. Het werk verscheen in hetzelfde jaar in druk. De componist was overigens ook aanwezig bij de uitvoering in september 1878 door de Franse componist en organist Camille Saint-Saëns op het grote Cavaillé-Coll orgel in de Trocadéro in Parijs.
Er boven stond aangegeven “Für Orgel oder Pedalflügel”. Een Pedalflügel is een vleugel met daaronder een orgelpedaalklavier gemonteerd. Een instrument dat bij een aantal componisten in die tijd nogal geliefd was. Alhoewel het stuk in eerste instantie wat fragmentarisch kan overkomen, is de grote lijn, zijn de de koraalmelodie van Meyerbeer, nadrukkelijk aanwezig.
Het zijn met name de vele mogelijkheden in klankkleur die het Willibrordusorgel bezit, die het beluisteren van dit virtuoze, bepaald niet eenvoudige werk, tot een boeiende aangelegenheid maakt.
Dirk Out
Gegevens concert
Locatie: Kathedrale Basiliek St. Bavo, Haarlem, Leidsevaart 146, 2014 HE Haarlem. Ingang aan het Bisschop Bottemanneplein
Toegang: gratis, vrijwillige bijdrage. Kosten € 10-15,– per persoon. Donaties: zie donateurspagina